Verbindende communicatie

Verbindende communicatie oefenen

Met het zelf beoefenen van verbindende communicatie voel ik me soms gespannen om dingen op een verbindende manier proberen te zeggen. Ik zou het namelijk graag meteen goed doen, om zo een perfect voorbeeld te zijn van deze mooie manier van communiceren. En voel dan een lichte vorm van angst deze norm niet te halen. Natuurlijk snap ik ook wel dat dit streven (perfect uitvoeren van verbindende communicatie) onhaalbaar is. En ook dat het mogelijk is dat ik een van de weinigen ben die dit van mij verlangd. Dat de rest van de wereld begrip heeft voor mijn oefening naar “beter”, of er gewoon niet zo op gefocust is.


Oefenen en de angst om het goed te doen

In verschillende cursussen over verbindende communicatie die ik heb gevolgd zie ik dat ik niet alleen ben in de wil het direct goed te doen.

In Walk your Talk: Tools and theories to help share Nonviolent Communication schrijft Liv Larsson – gecertificeerd trainer en schrijver over verbindende communicatie hierover het volgende:

Most of us have learned there is a “right” or “wrong” way to act. (..) I often remind my students that there is a difference between regarding using the components of NVC as “right” than to use them as “hplful tools”in creating connection. –

De meesten van ons hebben geleerd dat er een “juiste” of “verkeerde” manier van handelen is. (…) Ik herinner mijn studenten er vaak aan dat er een verschil is tussen de componenten van verbindende communicatie als “juist” beschouwen en ze gebruiken als “nuttige hulpmiddelen” bij het creëren van verbinding.

Dit lezen gaf me wel wat lucht. En meer inzicht in hoe het goed-fout denken in mijn denkbeelden verweven is. En hoe jammer ik dat eigenlijk vind, want het blokkeert het onbekommerd proberen wel. wat.

Gelukkig hoorde ik later in een podcast over VC dat het heel belangrijk is om te oefenen en dat de host (Dr. Cindy Bigbie) zeker in het begin van haar VC-carriere op verschillende plekken (auto, kantoor, slaapkamer) lijsten heeft met gevoelens en behoeften en die ze vaak doorneemt.
Oja, dacht ik ook verbindend communiceren vergt oefening. Dat erkennen ook de gecertificeerde trainers.

In het boek Geweldloos communiceren, hoe doe je dat zegt Marshall Rosenberg zoiets soortgelijks: Oefenen-oefenen-oefenen. Zijn aanpak was om telkens als hij zichzelf of een ander veroordeelde te noteren wat daarvoor de aanleiding was. Wat hij aan het doen was. Wat deed hijzelf of anderen dat maakte dat hij oordelen vormde. En na zelf-empathie probeerde hij te ontdekken welke pijn hij voelde waardoor hij ging oordelen. Welke gevoelens en behoeften zou de ander gehad kunnen hebben? En tenslotte vroeg hij zich af: Hoe had ik verbindende communicatie kunnen inzetten in deze situatie.


Oefenen dus!

Door het lezen van deze adviezen, maar vooral omdat de adviseurs, gecertificeerde trainers én de grondlegger van deze methode, voorbeelden gaven van hoe zij zich oefenden voelde ik me gesteund en opnieuw geïnspireerd om te blijven oefenen met verbindende communicatie.


Wat motiveert jou om dingen te blijven oefenen?


Misschien vind je dit ook interessant: Leren