Gevoelens,  Model geweldloze communicatie

Een vervelende verkeerssituatie

Onlangs had ik een vervelende ervaring in het verkeer. Er na was ik zodanig geïrriteerd, dat ik F. die thuis rustig achter zijn computer zat, toeriep: “Dit heeft helemaal niks met jou te maken maar ik had net een stomme ervaring op de fiets. Ik moet het even kwijt.” En vervolgde op luide toon mijn verhaal. Om het compleet te maken schudde ik ook wat oordelen over de brommerrijder uit mijn mouw. F. liet mij begaan wat aardig was, maar onderwijl vroeg ik me wel af waarom ik zo boos was en waarom ik zo geraakt was.

Ik dacht dat het wel een goed begin zou kunnen zijn als ik de situatie op een zuivere objectieve manier zou beschrijven. Dat is een belangrijk element in verbindende communicatie en daar was in de eerste versie die ik met F. deelde helemaal geen sprake van.

De waarneming

Na een paar pogingen werd dit mijn meest objectieve waarneming. In de waarneming heb ik in schuinschrift mijn gevoel en behoefte weergegeven.

Ik fiets op straat. Ik steek mijn hand uit. Hoor een brommer, kijk achterom, zie dat de brommer langzamer gaat rijden, midden op de weg. (Ik voel twijfel: gaat hij inhalen, of laat hij mij voor gaan? – Behoefte aan (verkeers-) veiligheid, duidelijkheid) De brommerrijder zegt: Het is zo makkelijk, hand uit steken, achterom kijken, voorsorteren, afslaan.
(ik voel verbazing – Behoefte aan eerlijkheid , gezien worden) Ik zeg “uh, dat deed ik”. “Helemaal niet – je keek niet” reageert de brommerrijder. (Ik voel irritatie – Behoefte aan respect) En zeg “Jawel, dat deed ik wel. Brommerrijder geeft gas en haalt mij in en zegt: “Nee- je keek niet!” (Ik voel mijn irritatie groeien tot boosheid. Behoefte aan respect en acceptatie en gehoord worden) en zeg” Helemaal wel!” Ik denk: “Wat laat ik me meeslepen en wat doe ik gevaarlijk, zo kan ik toch niet op de weg letten!” (Ik voel weer verbazing, over mijn eigen reactie: waarom ga ik hierop in? En schrik: ik let helemaal niet meer op de weg! Behoeften aan afronding, (verkeers-)veiligheid, zorgvuldigheid, compassie ) Ik steek over en vervolg mijn weg.

Overstekende vrouw, wat heb je geleerd?

Een eerdere versie zag er heel anders uit. Met veel gebruik van beschrijvende woorden die misschien getuigen van een grote fantasie, maar totaal geen grond hadden. Een verhaal die van de brommerrijder een asociale oudere man maakte (Is zeker op weg naar het buurtcafé om de hele middag biertjes te drinken), en van mij een onschuldige fietser (Ik hield me aan de regels en dan dit!). Tja, ik gaf ruim baan aan mijn oordelen zal ik maar zeggen.

Bij het doen van deze oefening realiseerde ik me dat, door me te laten meeslepen door mijn emoties en die ruim baan te geven, het verhaal dat ik dan maak vooral zorgt voor tegenstellingen, afstand. Ik-hij, goed-fout. Maar als ik de eindversie van de gebeurtenis lees, denk ik alleen, tja dit kan gebeuren: Twee verkeersdeelnemers die elkaar kruisen en op een onhandige manier uiting geven aan hun gevoelens en behoeften. Het maakt het me ook gemakkelijker er met een afstandje naar te kijken. Sterker nog, ik kan me nu ook voorstellen dat de brommerrijder en ik een aantal gelijke behoeften hadden. Aan (verkeers-)veiligheid bijvoorbeeld, door in eerste instantie achter me te blijven rijden en mij uit te leggen wat de regels zijn. En op een gegeven moment ook behoefte aan voortgang die hij bereikte door me uiteindelijk in te halen. Gissen naar de gevoelens en behoeften van de ander was niet wat ik van plan was, maar viel me bij het doen van de oefening in. Ik voel me een stukje lichter. Het verhaal dat ik erom heen maakte was niet nodig. Situatie afgerond!

Ben jij je bewust van het verhaal dat je jezelf vertelt?

Dit vind je misschien ook interessant: Hoe kun je het model van verbindende communicatie inzetten?

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *